Vijf tips bij een woedethermometer

Een gevoels- of woedethermometer

Heeft jouw kind last van plotse woede uitbarstingen? Loopt het stress-emmertje wel eens vlug over? Of werk je met mensen die het lastig vinden om zelf in te schatten wanneer het nu allemaal even teveel wordt en snel doorschieten naar agressief gedrag? Dan gebruik jij misschien ook wel een gevoels- of woedethermometer. Dit visueel hulpmiddel, vaak in de vorm
van een thermometer, helpt om overzichtelijk te maken waar iemand zich bevindt wat betreft emoties, stress, woede… Van kalm over onrustig tot ‘ik red het niet meer’. In dit artikel geef ik je graag vijf vragen om bij stil te staan. Vragen die je zullen helpen om een woedethermometer in te zetten op de manier die best past bij jouw kind of de persoon die je ondersteunt.

Hoeveel gradaties?

Een gewone thermometer heeft al gauw 50 verschillende gradaties. Dat is natuurlijk veel te veel als we iemands gevoelstoestand visueel willen maken. Zoveel onderverdelingen heb je niet nodig. Toch zien we veel gevoels- of woedethermometers die nog altijd teveel onderverdelingen hebben. Waar zou jij je nu bevinden op een schaal van 1 tot 10, waarbij 1 heel kalm is en 10 helemaal blinde woede of complete stress? Zit je op 3 of 4? En wat is het verschil precies tussen 3 en 4?

Wat voelt er precies anders bij elk van die cijfertjes? Vele kinderen of volwassenen die het moeilijk hebben met het reguleren van hun emoties voelen niet echt goed hun emoties aan. Hoe meer genuanceerd ze naar emoties moeten kijken hoe moeilijker het wordt. En een visueel hulpmiddel zet je natuurlijk in om te ondersteunen, niet om de zaak complexer te maken. Maak dus niet te veel onderverdelingen.

Kijk eerder naar hoe je de thermometer wil inzetten. Is je doel enkel te vermijden dat iemand ‘door het lint gaat’ dan volstaat in de meest eenvoudige versie een onderverdeling van twee: alles is goed of er is spanning en we moeten iets doen om die spanning weer weg te krijgen. De toestand waarin iemand zich bevindt als hij of zij door het lint gaat moet je eigenlijk niet visualiseren (wat we vaak wel doen, in het rood) want op zo’n moment is het niet aangewezen om te communiceren over emoties.

Dat lukt dan toch niet. Wil je de thermometer ook inzetten in een psycho-educatief proces om iemand meer inzicht te geven in de rijke schakering van emotionele toestanden dan kan je natuurlijk wel meer gradaties aanbrengen, inclusief de rode ‘compleet erover’ zone. Je kan er dan na het incident, in een gesprek, op terugkomen.

Conclusie: maak het niet nodeloos ingewikkeld. Hou het simpel. Dan zal een gevoelsof thermometer het meest effect hebben.

Welke kleuren en vorm?

Heel klassiek zien we de schakeringen van groen, oranje en rood terugkomen. Waarbij groen uiteraard staat voor ‘alles is rustig’, oranje voor de spanning die stijgt (maar er valt nog iets aan te doen) en rood voor ‘door het lint gaan, geen controle meer’. Dat kan zo ingezet worden, maar houd best rekening met volgende bedenkingen: Heeft je kind of de persoon die je ondersteunt geen andere associaties bij die kleuren? Groen wordt in het onderwijs heel vaak gebruikt voor ‘juist’ en rood voor ‘fout’. Ook allerlei verbodstekens hebben een rode kleur. Dit is niet toepasbaar op emoties, want die zijn niet juist of fout.

Ze zijn er gewoon. Misschien is er bepaald gedrag dat je niet aanvaardt als iemand een woede uitbarsting heeft. Maar dat de woede of stress er is, is niemands fout. Bij te hoge stress zien we vaak de gekende ‘vecht of vlucht’ reactie. Dat zijn gedragingen die we dan associëren met het rode gedeelte van de woedethermometer. Maar sommige kinderen of mensen reageren op stress ook met een ‘bevriezingsrespons’. Ze komen niet echt tot veel gedrag meer.

Ze kruipen volledig in hun schulp of verlammen. Als je dit herkent bij iemand is het misschien wel een goed idee om ook dat te voorzien op de thermometer. Je zou het als het ware kunnen zien als ‘vriestemperaturen’. En misschien is blauw hier wel een gepaste kleur. Het hoeft trouwens ook helemaal geen thermometer te zijn als iemand meer ervaring heeft met andere concepten: een potje melk dat overkookt, een vulkaan die rook spuwt of uitbarst, een benzinetank of batterij die leegloopt…

Wanneer gebruik je hem?

Meestal willen we met een gevoels- of woedethermometer vermijden dat iemand in de rode zone van woedeuitbarstingen en agressie komt. Hij zal dus zijn meeste nut hebben wanneer iemand zich in die oranje zone bevindt. We zagen bij een vorige tip dat het een goed idee kan zijn om gedrag als ingangspoort te nemen (wat doet iemand als de spanning toeneemt, hoe zie je dat?). We kunnen hier dan ook concrete acties aan koppelen die helpen om weer in de groene zone te komen.

Dat zal natuurlijk voor iedereen anders zijn. Maak concreet wat voor jouw kind of de persoon die je ondersteunt zaken zijn die helpen om weer tot rust te komen. Het kan een goed idee zijn om hier zo concreet mogelijk te zijn. Keuzes maken is moeilijk als de stress aan het stijgen is. Dus niet ‘ga muziek luisteren’, maar misschien eerder ‘zet die playlist op op spotify’. In het ideale geval, zal iemand stilaan leren om zijn gedrag zelf te monitoren.

Verwacht dat echter niet altijd. Vaak is het nodig dat iemand uit de omgeving verwijst naar de thermometer en de toenemende spanning. De thermometer maakt het visueel en concreet en geeft letterlijk houvast om de communicatie over abstracte zaken als emoties iets makkelijker te maken. In plaats van heel veel woorden te gebruiken om iemand er attent op te maken dat zijn spanning stijgt, volstaat het misschien om naar de thermometer te wijzen.

Je kan de thermometer ook inzetten in psycho-educatie. Zo halen we de thermometer er soms bij om een eerder conflict te bespreken. Je kan dan aan de hand van de visuele ondersteuning inzichtelijk maken dat iemand bijvoorbeeld in het rood zat en welk gedrag hij of zij dan heeft. En welke effecten dat heeft op de omgeving.

En jouw thermometer?

Als je kind vaak ‘in het rood’ gaat kan dat best uitputtend en ontmoedigend zijn voor jou als ouder. Ook wanneer je als begeleider vaak geconfronteerd wordt met agressie en woede uitbarstingen, heeft dat een invloed op je eigen gemoedstoestand. Het is jammer genoeg zo dat je iemand anders zijn emoties niet kan reguleren als je zelf volledig in de spanning zit. Het is dus superbelangrijk dat je ook een blik houdt op je eigen thermometer. Hoe zit het met jouw spanning?

Wat helpt jou om weer even wat rust te vinden of om om te gaan met de stress? Is er iemand die het kan overnemen als het je niet lukt om je eigen rode zone te vermijden? Je bent geen slechte ouder of begeleider als je zelf in het rood komt. Weet wel dat het dan heel moeilijk wordt om de emoties van iemand anders te reguleren en dat het dus helemaal geen schande is om hulp te vragen, integendeel. Het getuigt dat jij het beste wil
voor je kind of de persoon die je begeleidt.

×