Echolalie
Allemaal associaties met echolalie. Maar wat is eigenlijk het echte verhaal achter echolalie?
Mensen met autisme vertonen vaak echolalie. Hierbij herhalen ze letterlijk of in aangepaste vorm de woorden van anderen. Afhankelijk van de fase in hun ontwikkeling kan dit een andere vorm aannemen. Soms volgt de echolalie meteen op de uitingen van anderen, andere keren gebeurt het pas na enkele uren, dagen of zelfs jaren. Echolalie komt voor bij alle leeftijden en intelligentieniveaus.
Er bestaan nog heel wat misverstanden over echolalie. Vaak wordt er meteen eenzijdige blik naar gekeken. En hierdoor zoekt men eveneens eenzijdig naar een juiste manier van omgaan met echolalie. Niet altijd met het gewenste resultaat.
Op de oorsprong en de talige kant van echolalie wordt in dit artikel niet ingegaan. Wel op de functie. Met welke intentie wordt echolalie gebruikt en welke functie krijgt het toebedeeld door de toehoorder?
Deze functies kunnen we indelen in twee grote groepen: echolalie die communicatief bedoeld is en echolalie met een niet-communicatieve functie. Het is op deze laatste groep dat we ons hier focussen. In dit artikelnemen we echolalie onder de loep vanuit een niet-communicatief oogpunt. Hierdoor zal je in de toekomst mogelijks anders reageren op echolalie.
Echolalie en zijn niet-communicatieve functies
Het herhalen van woorden en zinnen of zelfs hele gesprekken van anderen kan bij mensen met autisme getriggerd worden door een zintuiglijke behoefte. Klanken uitspreken kan een heel aangenaam auditief effect veroorzaken. Dat effect kan liggen aan het geluidsvolume dat binnenkomt, of aan bepaalde tril- of sisklanken die aangenaam zijn om te horen. Dit wordt dan eerder gelinkt aan een onder gevoeligheid voor auditieve prikkels die er dus voor zorgt dat men auditieve prikkels gaat opzoeken.
Het kan ook zijn dat iemand terugvalt op aangename en voorspelbare klanken vanuit een overgevoeligheid voor auditieve prikkels. In dat geval gebruikt men de zelfgeproduceerde auditieve input om de onvoorspelbare en/of onaangename omgevingsgeluiden te maskeren. Dit wordt ook wel overstemmen genoemd. Dat zie je bijvoorbeeld bij een kind dat in een drukke leefgroep bepaalde woorden van anderen nazegt die een aangenaam auditief effect hebben.
Het is echter niet altijd het gehoor dat een uitlokken de zintuiglijke functie kan hebben voor echolalie. Ook tactiele onder gevoeligheid kan dit uitlokken. Bepaalde fricatieve klanken (f, s) kunnen als heel aangenaam worden ervaren. Voor anderen kunnen het dan weer de explosieve klanken (p,k) of trilklanken (r) zijn die een aangenaam zintuiglijk effect veroorzaken. En die zien we dan ook vaak terugkomen in de vorm van echolalie.
Ook het proprioceptieve zintuig kan echolalie uitlokken. Bepaalde uitingen waar bijvoorbeeld veel glottisslagen in voorkomen kunnen het gevoel van druk op het strottenhoofd vergroten en daardoor als aangenaam worden ervaren. Daarbij wordt de luchtstroom onderbroken en plots terug opgestart zoals bij ‘hmmm hmmm’. Iemand die proprioceptief onder gevoelig is, zal zo’n stimuli vaker opzoeken.
Als je dus over het zintuiglijk profiel beschikt van eenpersoon met autisme dan kan je daar informatie uithalen om de echolalie te verklaren. In dit geval moet er dus niet ingezet worden op het aanleren van een alternatieve communicatie, maar ligt de focus eerder op het aanbieden of vermijden van bepaalde zintuiglijke prikkels om de echolaliete doen afnemen.
Een andere niet-communicatieve reden van echolalie is zelfsturing. Je eigen acties sturen door het hardop nazeggen van de instructies van anderen. Zoals een kind dat tegen zichzelf zegt bij het veters knopen: “En dan nu een lusje maken en, hop, touwtje erdoor en klaar”. Dit is iets dat in de normale ontwikkeling voorkomt en dus past bij een bepaalde ontwikkelingsfase. Bij mensen met autisme kan deze fase echter wat langer duren of zelfs niet (spontaan) overgaan naar interne spraak.
Dan zien we bijvoorbeeld een persoon met autisme die, meteen of uitgesteld, de bewoording van een ander herhaalt om zijn gedrag te sturen. Bijvoorbeeld tijdens het huiswerk maken: “Neen, geen vlekken maken met de inkt. Netjesschrijven. Bravo.” Het is mogelijk dat de persoon met autisme die taal moet horen om de handeling te kunnenuitvoeren. Dan is de echolalie een noodzakelijke stap in het uitvoerend proces. Soms is het ook mogelijk dat nog niemand hem erop attent maakte dat je die dingen ook kan denken ipv. luidop te zeggen. En dat dit inzicht er spontaan nog niet is gekomen.
Een derde reden van niet-communicatieve echolalie heeft te maken met het autistisch denken. Deze manier van denken wordt beïnvloeddoor contextblindheid: het niet spontaan gebruiken van de context bij betekenisverlening. En die contextblindheid leidt dan weer tot het sneller leggen van vaste linken of denken op basis van routines. Het is dus heel realistisch dat iemand met autisme bij het zien van eenpersoon, een voorwerp of een ruimte spontaan een bepaalde uiting herinnert die daaraan gekoppeld werd in het verleden. Deze vaste link wordt dus herhaald telkens bij het zien van die persoon, dat voorwerp of die ruimte. Het is een uiting zonder communicatieve functie. Bijvoorbeeld iemand die telkens als hij in de wasruimte kom top eenzelfde manier zegt: “En we gaan nog eens een wasje doen. Wax on, wax off’.
Een andere reden achterliggend aan echolalie is gelinkt aan de verwerking van talige informatie. Heel wat mensen met autisme hebben een tragere verwerkingstijd oa. omwille van contextuele informatie die men bewust en actief moet toevoegen. Die tragere verwerkingstijd kan er voor zorgen dat iemand echolalie gebruikt om extra tijd te nemen. Dit kan gaan om directe echolalie, die meteen volgt na de uiting van de ander, of om uitgestelde echolalie, zoals bij iemand die bijvoorbeeld ’s avonds na een dag werken de gesprekken van die dag luidop herhaalt om ze in alle rust te verwerken. Deze functie van echolalie is, zoals alle anderen, zeker zinvol voor de persoon met autisme en moet zeker niet afgeleerd of vermeden worden. Het moet vooral gezien worden als een signaal dat iemandmeer tijd nodig heeft om verbale uitingen te verwerken en kan de mensen in de omgeving dus aanzetten om hun uitingen meer af te stemmen op de persoon met autisme of om de noodzakelijke verwerkingstijd te geven of in te plannen.
Nog een functie van echolalie moeten we zoeken in de vrijetijdsbeleving. En dan vooral de vrije momenten die geen duidelijke invulling krijgen zoals wachten, een korte pauze, een vrij momentje, een autorit… Deze momenten worden vaak ervaren als lege momenten waardoor mensen met autisme spontaan terug grijpen naar de gekende dingen. Soms wordt dat ingevuld met stereotiepe gedragingen, stereotiepe gesprekken maar het kan ook met niet-communicatieve echolalie. Zoals een kind dat tijdens een wachtmomentje stukken uit zijn favoriete televisieserie opzegt. Of iemand die eenzelfde uiting herhaalt. Niet met het idee om een antwoord of een reactie te krijgen, maar wel als een gekende en voorspelbare activiteit in een vrije, onvoorspelbare situatie. De echolalie dient op dat moment als veilige activiteit. Is de echolaliestorend voor de andere kinderen en wil je dit afleren, dan zal je vanuit dit standpunt moeten vertrekken: het kind is op zoek naar een duidelijke voorspelbare activiteit. En de enige manier om de echolalie met deze functie af te bouwen is dus een voorspelbaar, duidelijk en leuk alternatief aanbieden.
Als laatste functie in dit niet-communicatieve rijtje hebben we het over ontspanning. Echolalie kan een erg ontspannend effect hebben op iemand. Mensen met autisme ervaren vaker en meer stress door de onvoorspelbaarheid van het leven, door de vluchtige en abstracte communicatie, door heel wat onduidelijkheid in details, door vermoeidheid, door een andere zintuiglijke verwerking… Dat stress vaak aanwezig is, staat vast. Echolalie kan dan dienen als een vorm van ontspanning. Door echolalie kan iemand terugvallen op wat hij al kent, wat veilig, duidelijk en voorspelbaar is. Echolalie met deze functie zien we dus vooral voorkomen in stressvolle situaties voor de persoon met autisme. Om deze vorm van echolalie af te bouwen, kan je alleen maar inzetten op alles wat stress verlagend is. Vaak komt dit neer op meer voorspelbaarheid en duidelijkheid geven.
Conclusie
Tenslotte willen we nog even benadrukken dat heel wat vormen van niet-communicatieve echolalie na verloop van tijd wel communicatief kunnen worden. Dit is zeker geen doelstelling om na te streven. Maar het kan welgebeuren. Door hiervan bewust te zijn, kan je verrassingen of vergissingen vermijden. Bijvoorbeeld een kind dat telkens hij in de keuken van de leefgroep komt, echolalisch zegt: “Mjam, frietjes vandaag”. Dit is oorspronkelijk een vaste link met de leefgroep keuken en heeft dus geen communicatieve functie. Stel je dan voor dat de kok telkens reageert door te zeggen wat ze wél gaan eten die dag. Dan is het mogelijk dat de oorspronkelijke uiting uiteindelijk wel een communicatieve functie krijgt: het wordt namelijk een manier om te vragen wat er om het menu staat die dag.
Dit zijn enkele redenen waarom mensen met autisme echolalie gebruiken zonder een communicatieve reden. Natuurlijk bestaat er ook echolalie die wel communicatief bedoeld is: om iets te vragen, een gesprekje te starten, iets duidelijk te maken…
Door beide functies van echolalie in je achterhoofd te houden, zal je ze sneller kunnen onderscheiden en wordt het gemakkelijker om gepast te reageren.
Veel succes!